Spring naar content

Omgevingswet

De Omgevingswet regelt alles voor de ruimte waarin we wonen en werken. Deze wet bundelt de regels. Er worden in totaal 26 verschillende wetten voor de fysieke leefomgeving vervangen voor deze nieuwe wet. De Omgevingswet is bedoeld voor iedereen die te maken heeft met de fysieke leefomgeving. Denk aan inwoners, bedrijven en de overheid.

De Omgevingswet biedt de gemeente vier belangrijke instrumenten waarbinnen zij haar taken voor de fysieke leefomgeving uitvoert: de omgevingsvisie, het omgevingsplan, het omgevingsprogramma en de omgevingsvergunning. Ook blijft het verzoek ruimtelijke ontwikkeling een belangrijk instrument bij initiatieven.

Wanneer krijgt u als inwoner of ondernemer met de Omgevingswet te maken? U krijgt te maken met de Omgevingswet als u iets wilt veranderen in de fysieke leefomgeving. Bijvoorbeeld als u een bouwproject wilt beginnen, de garage wilt ombouwen tot bedrijfsruimte of als u een museum met café wilt beginnen in een oude molen.

Heeft u een plan of idee voor uw omgeving? U kunt een vergunning aanvragen bij het Omgevingsloket. Voordat u dat doet, is het goed en soms ook verplicht om uw plannen te delen met uw omgeving. Breng uw omgeving op de hoogte en geef ruimte om te reageren op uw plannen.

Meer informatie

Weet u niet zeker voor welke activiteiten u een vergunning moet aanvragen? Doe dan eerst de vergunningcheck of kijk voor meer informatie op de website van Omgevingsdienst Rivierenland (ODR).

Heeft u de vergunningscheck gedaan? Dan kunt u een vergunning aanvragen of een melding doen. Dit doet u via het Omgevingsloket.

Het aanvragen van een vergunning kost leges. De bedragen vindt u in de legesverordening.

Onder de Omgevingswet zijn er drie procedures. Ze werken allemaal anders. Het is dus belangrijk om uit te vinden welke procedure voor u geldt. Welke procedure u moet volgen hangt af van of het initiatief binnen het huidige omgevingsplan past of niet.

Uw plan past binnen het huidige omgevingsplan

In dat geval kan het zijn dat u geen vergunning nodig heeft. Let op: voor een aantal initiatieven moet u wel een vergunning aanvragen. De procedure hiervoor heet de omgevingsplanactiviteit (OPA). Deze procedure verloopt via de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR). Voor meer informatie kunt u terecht bij de ODR.

Uw plan past niet binnen het huidige omgevingsplan

In dat geval zijn er twee procedures mogelijk:

De buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA)
Deze procedure duurt 8 weken. Of uw plan aan de voorwaarden voldoet voor deze procedure hangt af van het beleid van de gemeente. U kunt een verzoek ruimtelijke ontwikkeling indienen. Als de gemeente deze  goedkeurt, kunt u een vergunning aanvragen. De Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) behandelt de vergunning.

Het wijzigen van het omgevingsplan
Deze procedure duurt langer, ongeveer 26 weken. Deze procedure is wel interessanter voor grotere plannen, omdat u veel zaken tegelijk kunt vastleggen en ook toekomstige ontwikkelingen kunt regelen. Hiervoor kunt u een verzoek ruimtelijke ontwikkeling indienen bij de gemeente. Als de gemeente dit goedkeurt, wordt een wijziging van het omgevingsplan voorbereid. Nadat deze wijziging is vastgesteld, kunt u uw plan uitvoeren. Soms heeft u nadat het omgevingsplan is gewijzigd ook nog een vergunning nodig of moet u een melding doen.

De omgevingsvisie

In een omgevingsvisie staan de doelen en ambities die de gemeente voor de lange termijn heeft voor de fysieke leefomgeving. Het gaat niet alleen over ruimtelijke ontwikkelingen. In de omgevingsvisie komen ook thema’s als duurzaamheid, milieu, veiligheid en gezondheid terug.

De gemeente gebruikt de omgevingsvisie bij het opstellen van nieuw beleid, om omgevingsprogramma’s te maken en bij het beoordelen van initiatieven van inwoners en ondernemers.

Het omgevingsplan

Wat er in de omgevingsvisie staat, vertalen we in juridische regels. Wat mag wel en wat mag niet? Dat staat straks beschreven in het omgevingsplan. In het omgevingsplan komen alle gemeentelijke regels voor de fysieke leefomgeving te staan. Die stonden eerst in bestemmingsplannen en aparte verordeningen. Deze bestemmingsplannen en verordeningen komen met de Omgevingswet te vervallen.

Het omgevingsprogramma

Hoe zorgen we ervoor dat de doelen en ambities die in de omgevingsvisie staan, ook worden gehaald? De maatregelen die daarvoor nodig zijn, worden beschreven in een omgevingsprogramma. Er kunnen straks meerdere programma’s zijn. Het college van Buren heeft een lijst gemaakt van programma’s die het de komende jaren in elk geval wil opstellen.

De omgevingsvergunning

Minder regels is het uitgangspunt van de Omgevingswet. Soms is alleen een melding doen voldoende om een plan uit te mogen voeren. Natuurlijk zijn er ook situaties waarbij een omgevingsvergunning nodig blijft. Door de komst van de Omgevingswet hoeft u straks één omgevingsvergunning aan te vragen, ook als er meerdere overheden betrokken zijn. In de meeste gevallen is de termijn voor de aanvraag 8 weken.

Verzoek ruimtelijke ontwikkeling

Een verzoek ruimtelijke ontwikkeling is een eerste beoordeling van uw plan. Met een verzoek ruimtelijke ontwikkeling controleert u of de gemeente uw plan gewenst en haalbaar vindt. Bij de gemeente geeft u aan wat uw plan is en vraagt u om een standpunt van het college van burgemeester en wethouders. Als de gemeente positief is, dan kunt u verder met het uitwerken van het plan. Soms geeft de gemeente voorwaarden voor de uitwerking van het plan.

Voor het indienen van een verzoek ruimtelijke ontwikkeling dient u het aanvraagformulier in te vullen en met bijlagen naar de gemeente te sturen.

 

Participatie is een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet. In de wet zijn regels over participatie opgenomen. Eén van die regels is dat de omgeving, zoals inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisatie, vroegtijdig betrokken worden bij nieuwe plannen en ideeën. Het gaat om plannen en ideeën die afwijken van een omgevingsplan.

Een initiatiefnemer moet zijn of haar omgeving dus nog meer betrekken dan voorheen.

Wilt u bijvoorbeeld een appartementencomplex bouwen of uw bedrijf uitbreiden? U heeft dan niet alleen te maken met de gemeente, maar ook met uw buren en andere belanghebbenden. Van u als initiatiefnemer wordt verwacht dat u de omgeving betrekt bij het uitwerken van de plannen.

In het participatiebeleid beschrijft de gemeente wat zij van de initiatiefnemers verwacht voor de participatie bij een ruimtelijke ontwikkeling. In 2024 maakt de gemeente Buren een startnotitie voor het participatiebeleid. Er is wel een handreiking participatie die u kunt bekijken.

De mate van participatie is afhankelijk van meerdere factoren. In de handreiking worden drie categorieën benoemd: kleine initiatieven, middelgrote initiatieven en grote initiatieven. Als u weet in welke categorie uw initiatief valt, dan weet u ook aan welke vormeisen de participatie moet voldoen.